Montessori groepen

Het socialisatieproces is een belangrijk onderdeel in de montessorischool. Wij leren kinderen om goed te kunnen functioneren in een groep. Hen op die manier voor te bereiden op de maatschappij, waar ze ook met allerlei verschillende mensen te maken krijgen. Kinderen zitten daarom met meerdere leeftijdsgroepen in een groep. Zo leren ze van en met elkaar.

De keuze voor de samenstelling van onze groepen, hangt dit schooljaar samen met de aantallen kinderen per jaargroep. Om tot een mooie evenwichtige verdeling te komen, waarin genoeg ruimte is voor iedere kind én waarbij ze in een heterogene groep zitten.

 

Onderbouw (groep 0/1/2)

De eerste dag in de onderbouw is voor de meeste kinderen hun eerste kennismaking met de basisschool. Het aanbod in de onderbouw is volledig afgestemd op de ontwikkeling van het kind. Motorische en zintuigelijke oefeningen worden afgewisseld met taken gericht op de ontwikkeling van de taal en het rekenen. De kinderen ontwikkelen een werkhouding en leren vaardigheden die ze de rest van hun leven zullen gebruiken: veters strikken, vegen, plantjes verzorgen, etc.

Ze maken kennis met de montessorimaterialen en de wijze waarop men daarmee dient om te gaan en ze leggen op die manier een basis in het (montessori) onderwijs die ze in hun verdere (school) carrière kunnen inzetten. De voorbereide omgeving is zo ingericht dat kinderen de werkelijkheid kunnen nabootsen.

Kinderen uit de onderbouw krijgen de ruimte om te bewegen. Het ontdekken van het eigen kennen en kunnen van het lijf is noodzakelijk om te kunnen ontwikkelen. De beweging zit veelal in de lesjes en het materiaal dat aangeboden wordt. Daarnaast wordt deze ontwikkeling gestimuleerd tijdens activiteiten die tijdens gym-, theater-, danslessen en buitenspelen worden aangeboden.

 

Middenbouw (groep 3/4)

In de middenbouw wordt verder geborduurd op wat het kind in de onderbouw heeft geleerd. Middels het gebruik van montessorimateriaal, ICT-hulpmiddelen en ander aanvullend materiaal wordt de basis verder uitgebreid en wordt er veel geoefend met de basisvaardigheden: lezen, spelling, rekenen en schrijven. Dit past binnen de ontwikkeling van het kind volgens Maria Montessori: het kind heeft behoefte aan het verzamelen van kennis en het opdoen van nieuwe leerervaringen. De leerkracht voorziet in deze en biedt de kennis behorende bij de leeftijdsontwikkeling van het kind aan. Daarbij geeft hij het kind de ruimte om te ontdekken op welke wijze het kind de aangeboden stof kan verwerken. In de middenbouw heeft het kind steeds meer besef van de grote wereld en middels kosmisch onderwijs wordt het kind meer handvatten geboden om grip te krijgen op deze wereld. Het delen en opdoen van kennis en het stellen van vragen is noodzakelijk voor de kinderen in deze ontwikkelingsfase en dat wordt dan ook zo veel mogelijk gestimuleerd.

De behoefte om te bewegen blijft, zeker in het begin van de middenbouw. Daarnaast is deze van belang; het goed leren bewegen en omgaan met het eigen lichaam is van belang voor de verdere ontwikkeling. Tweemaal per week nemen de kinderen van de middenbouw deel aan de gymles.

Naast de cognitieve ontwikkeling is er in de groep ook ruimte voor expressievakken. Met de ondersteuning van de steunvereniging worden er nog extra lessen ingekocht om de brede ontwikkeling verder vorm te geven. Dit zijn bijvoorbeeld theater- of techniek lessen.

 

Tussenbouw (groep 5/6)

Maria Montessori werkte niet met tussenbouwgroepen. Echter zijn er steeds meer montessorischolen die een tussenbouwgroep in hun school hebben.

De leerlingen in groep 5 en 6 bevinden zich in het overgangsgebied tussen middenbouw en bovenbouw. In het verleden hoorden de vijfdegroepers bij de middenbouw en de zesdegroepers bij de bovenbouw. Met de tussenbouw sluiten we aan bij de bovenbouw. Er is in deze groep nog steeds ruimte voor de specifieke manier van werken van een middenbouwer. Daarnaast zal er steeds abstracter gewerkt worden zoals dat in een bovenbouwgroep ook gebeurt. In de tussenbouw is het ook mogelijk om tegemoet te komen aan de specifieke ontwikkelingsbehoeften van de kinderen in de groepen 5 en 6.

 

Bovenbouw (groep 6/7/8)

In de bovenbouw maken concrete handelingen en concreet materiaal steeds meer plaats voor het abstracte. Het kind neemt kennis steeds minder op middels handelingen en de waarneming, maar meer vanuit het abstracte kennen en kunnen. Materiaal is zeker aanwezig in de bovenbouw en dit wordt ingezet voor het kind, om nieuwe leerervaringen op te doen en leerdoelen te bereiken. Het kind neemt in deze ontwikkelingsfase nog veel kennis op en verkrijgt meer inzicht in de cultuur waarin het leeft. Belangrijk in deze ontwikkelingsfase is de maatschappelijke taak die voor deze kinderen steeds meer van belang wordt; normen en waarden, het leren omgaan met de ander en de rol van het kind in deze, zijn regelmatig onderwerpen van gesprek in de bovenbouw.

Ook hier nemen de kinderen 2 maal per week deel aan gymlessen en is er aandacht voor de creatieve ontwikkeling.